De belangrijkste contra-indicaties voor cupping:

  • Bloedstollingsstoornissen
    Bij aandoeningen zoals hemofilie of als iemand bloedverdunners gebruikt, bestaat een verhoogd risico op blauwe plekken, bloedingen en hematomen. Cupping kan bij deze mensen ernstige bloeduitstortingen veroorzaken.
  • Huidproblemen en huidinfecties
    Open wonden, huidinfecties (zoals cellulitis of impetigo), eczeem, psoriasis, schimmelinfecties of brandwonden vormen een directe contra-indicatie. Cupping kan de huid verder beschadigen of infectie juist verspreiden. Ook bij verse littekens en een gevoelige of beschadigde huid raden we cupping af.
  • Koorts en infecties
    Vermijd cupping bij koorts, griep, infecties of ontstekingen (bijv. bronchitis), omdat het het immuunsysteem extra kan belasten.
  • Trombose en vaataandoeningen
    Bij mensen met diepe veneuze trombose (DVT), spataderen of een verhoogd risico op bloedklonters (trombose) is cupping af te raden, omdat het de doorbloeding stimuleert en daardoor bloedstolsels kan verplaatsen óf verergeren.
  • Kanker
    Bij actieve kanker wordt cupping afgeraden op en rondom het gebied waar de kanker zich bevindt. Zeker dus ook niet cuppen bij tumoren of melanomen (huidkanker). Bij kanker kan cupping de groei of verspreiding van kwaadaardige cellen beïnvloeden. Bij mensen in remissie of herstellende van kanker moet cupping altijd vooraf worden overlegd met een arts.
  • Zwangerschap
    Bij zwangere vrouwen wordt cupping op de onderrug en buik afgeraden, omdat dit het risico op contracties kan verhogen. Op andere lichaamsdelen kan cupping vaak wel, maar altijd pas na overleg met een arts. Tot de 4e maand sowieso niet cupppen.
  • Hartaandoeningen en hoge bloeddruk
    Mensen met ernstige hartaandoeningen, ritmestoornis of een ongecontroleerde hoge bloeddruk lopen een hoger risico bij cupping, omdat het de bloedcirculatie beïnvloedt en mogelijk de bloeddruk tijdelijk kan verhogen.
  • Acuut trauma of letsel
    Cupping wordt afgeraden op plekken met een recent trauma, zoals verstuikingen, breuken of spier- en peesscheuren. Het verhoogde risico op zwelling en extra schade maakt cupping in deze gebieden onveilig.
  • Verzwakt immuunsysteem
    Mensen met een verzwakt immuunsysteem, zoals bij auto-immuunziekten (als MS, Lupus, actieve artritis, diabetes, vasculitis of Sjögren) of na een orgaantransplantatie, kunnen extra vatbaar zijn voor complicaties en infecties, getriggerd door cupping.
  • Extreem verzwakte of oudere personen
    Bij zeer zwakke, uitgeputte of oude(re) personen moet cupping voorzichtig, of helemaal niet, worden toegepast. Vooral niet bij mensen met een dunne of kwetsbare huid.
  • Mentale aandoeningen met zelfbeschadiging
    Bij mensen met zelfbeschadigende neigingen (automutilatie) kan cupping littekens of blauwe plekken achterlaten die het zelfbeschadigende gedrag kunnen triggeren.
  • Overgevoeligheid of allergieën voor materialen
    Als iemand allergisch is voor de materialen van de cups of de olie die wordt gebruikt, is cupping af te raden om allergische reacties te voorkomen.
    • Vraag of iemand rubberallergie heeft, dan kun je bijvoorbeeld geen cups met rubberen knijpbal gebruiken.
    • Vraag of iemand notenallergie heeft, dan kun je geen amandelolie of sesamolie gebruiken. Je kunt nooit garanderen of er nog sporen in de olie zitten.
  • Bij vasten
    Je gaat in principe niet cuppen als iemand niets heeft gegeten of aan het vasten is.
  • Hevige menstruatie
    Niet cuppen als iemand al hevig menstrueert.